Als Nederlandse meid op de fiets

Hallo,
Hier ben ik weer met een verhaaltje. We hebben vandaag zoiets leuks gedaan en dat ga ik nooit vergeten. Om 7:15 ging de wekker en was er sprake van het ochtendritueel: douchen, aankleden, spullen pakken, ontbijten, tandenpoetsen en gaan met die banaan. Het ontbijt was in mijn ogen echt slecht: een vieze omelet met brood. Ik werd er misselijk van dus ik stopte met eten en at snel wat maïswafels die wij meegenomen hadden uit Nederland. Onze tour zou oorspronkelijk om 8:30 beginnen, maar Savet, de man van de tour, had mij geappt dat hij vlakbij ons hostel een lekke band had en of we konden wachten. Ik had gezegd dat het prima was. Met z’n vieren (twee aardige Fransen en Iris en ik) zaten we in de tuk-tuk en gingen we naar zijn huis om de fietsen op te halen. Onderweg zag je al steeds meer andere bouwstijlen tevoorschijn komen en het ‘armere’ leven. De fietsen werden ingesteld op de juiste hoogte en we kregen een flesje water. Hup op de fiets, op de fiets, op de fiets door het Cambodjaanse platteland. De fietsen waren prima, ook goede zadels wat bijzonder is. We kregen te horen welke bomen er groeiden en vaak ook hoe ze gerijpt/beschermd werden en wat het seizoen was voor welke plant. Zo was het nu geen Mango tijd, maar wel papaya, bananen (want deze soorten kennen geen seizoen), pomelo en guave. Daarnaast kregen we te zien hoe een Cambodjaanse familie rijstwijn maakte door 15 kg rijst te koken en daarna 1 kg gist er bij te voegen. Deze hoeveelheden deden ze in 10 emmers en moesten 5 dagen staan om te fermenteren. Na de 5 dagen werd de substantie in de kookpot gedaan om de alcohol te distilleren en kwam het in 2 jerrycan’s terecht van 30 liter. We zagen bij deze familie ook kippen en varkens. De varkens hielden ze 5 maanden en werden ze verkocht. Nog even terug naar de rijstwijn, deze wordt niet alleen gebruikt om te drinken, maar ook voor een medicijn. Het medicijn bevat 70% alcohol en vaak wordt er aan de rijstwijn kruiden toegevoegd. Savet vertelde dat de meeste Cambodjanen op het platteland erg weinig verdienen en als ze dus verslaafd zijn aan alcohol dat ze rijstwijn kopen, omdat bier veel te duur voor ze is. Daarna gingen we weer verder op de fiets en kwamen we bij zijn ouders en tante aan om een traditioneel huis te zien. Dit huis was gemaakt van hout en had een verdieping boven om ‘s avonds te slapen. De benedenverdieping werd gebruikt om te relaxen, als woonkamer om bijvoorbeeld gasten te bezoeken, te slapen overdag. Ook bevond zich daar een keuken en werden de bedden gebruikt als tafel. Ook leerden we dat als je eet je eerst rijst en daarna als er meerdere keus is je eerst een gerecht kiest en als het op is met je rijst, neem je pas een nieuwe schep. Ook werd ons verteld dat ze vooral vis of ei aten bij de groenten en geen vlees (kip, varken of rund) vanwege het geld. Er was wel elektriciteit, maar die werd gebruikt voor de tv en het licht, maar ze hadden geen koelkast. Ze hadden daar wel een oplossing voor om een stuk ijs te kopen en daar flesjes water of ander drinken in te leggen zodat ze wel koude drankjes hadden. Maar een koelkast was te prijzig voor de meeste mensen. Na de fietstocht langs kleine wegen gingen we met de bamboe trein. Dit was een onderstel van ijzer met bamboe er bovenop en een motor achterop. Daar gingen we dan 7 kilometer langs het Cambodjaanse platteland, heen en weer. Het was erg leuk en als er iemand kwam mochten wij elke keer blijven zitten en moesten andere mensen van een andere bamboetrein opstaan. Geluk ;) Daarna gingen we met de tuk-tuk andere ambachten bezoeken zoals sticky bamboo Rice (sticky Rice met kokosmelk en zwarte bonen die in een bamboe zat en twee uur lang gekookt had boven het vuur), rijstvellen maken (wij hebben het ook zelf geprobeerd, maar Iris was daar beter in) en als laatste een bezoek aan iemand die bananenchips maakt. Die bananenchips was ook erg lekker en we hebben dat natuurlijk ook gekocht. Van 14:00-15:45 hadden we pauze, dus gingen Iris en ik ons even opfrissen en aten we springrolls en pannenkoeken met banaan. Daarna gingen we met de tuk-tuk naar de bergen en namen we een auto om ons naar de pagode en de killing cave te brengen. Het was een hobbelende weg, maar wel grappig. De pagode zag er van de buitenkant mooi uit, met allerlei boeddhistische beschilderingen. De killing cave was wel heftig aangezien mensen eerst vermoord werden en daarna nog eens de grot in werden gegooid tijdens het regime van de rode Khmer. Het uitzicht was op de berg erg mooi. Daarna gingen we nog naar een ander soort tempel op een ander deel van de berg en zagen we apen die van alles aan het eten waren zelfs plastic. Na dit bezoek gingen we beneden op een stoeltje zitten en hebben we gekeken naar hoe vleermuizen de grot uitvlogen. Het was interessant om te zien, maar na een tijdje heb je het ook wel echt gezien. Daarna gingen we terug naar het hostel en hebben Iris en ik wat eten bij de supermarkt gehaald.

Ps. De gevoelstemperatuur in Battambang was 43 graden. Je kan je wel voorstellen dat het lekker plakkeriger en zweterig was.

Groetjes,
Marjolein